Het zesde gebod
God eist, dat door gebaar of woord
ik nooit mijn naaste zal onteren,
hem niet zal haten of bezeren,
noch vol van wraak hem wreed vermoord.
En Hij verbiedt dat ik mijn leven
onnodig blootstel aan gevaar.
Dus draagt de overheid het zwaard,
weert elke aanslag op het leven.
Jaloersheid, haat en toorn en wraak
zij zijn de wortel van het doden
en worden door God ook verboden:
Hij heeft de mens zo niet gemaakt.
Als ik mijn naaste zal beminnen
met liefde die voor scha’ behoedt
en doe ook aan mijn vijand goed,
gaat de vervulling echt beginnen.
Naar HC Zondag 40
Melodie: Psalm 17