Onze zaak in de hemel
Er ging Eén voor ons de hemel in. Hij is nu Zelf de Weg, door Wie wij binnenkomen. En in de zaak van onze rechtvaardigmaking is Hij onze Voorspraak met Zijn voorbede bij de Vader. Hij wijst op Zijn offer, houdt dit de Vader voor, vordert, wat Hij verworven heeft, en is altijd Priester op de troon. Zo hebben wij dan goede, gegronde hoop, dat onze zaak in de hemel voorgestaan en goed behartigd wordt. Deze hoop is ons een anker van de ziel, dat wij door het voorhangsel des vleses heen in de hemel van de vrije genade mogen werpen.